Seksueel wangedrag bij de marine

Op het marineschip de Karel Doorman zijn afgelopen week vier meldingen gedaan van aanranding tegen dezelfde officier (Joolen & Wely, 2020; NOS, 2020). De militaire politie van de Koninklijke Marechaussee is op het schip aanwezig om de incidenten te onderzoeken.

Door: Thijs van der Sluijs

Nadat vorige week de eerste melding van seksueel wangedrag aan boord van het schip is binnengekomen, hebben nog drie matrozen aangifte gedaan tegen dezelfde officier. Twee van de aangiften werden gedaan op het moment dat de marechaussee aan boord kwam om de eerste melding te onderzoeken en inmiddels is er dus ook een vierde aangifte gedaan. Het gaat om verschillende momenten waarop de aanrandingen hebben plaatsgevonden.

De krijgsmacht en vooral de marine hebben wel vaker te kampen met problemen omtrent seksueel wangedrag, voornamelijk jegens vrouwen. In 2006 ontstond grote ophef over een zaak omtrent een aanranding op het schip de Tjerk Hiddes (Müller, 2006). Naast deze aanranding beweerde het slachtoffer namelijk dat aanranding, seksuele intimidatie en zelfs verkrachting regelmatig voorkwamen bij de marine. Van al deze incidenten wordt zelden melding gemaakt, omdat de slachtoffers bang zijn voor de gevolgen. Dit is vooral het geval wanneer de dader een hogere rang heeft dan het slachtoffer (Joolen & Wely, 2020). Bij de slachtoffers heerst hierdoor de angst dat ze hun baan zullen verliezen op het moment dat een aanklacht op niets uitloopt. Dit was ook het geval bij een zaak uit 2006, waarbij het slachtoffer na haar melding werd gepest, overgeplaatst en uiteindelijk zelfs ontslagen. Naar aanleiding van uitgebreid onderzoek naar dit incident is een gedragscode voor militairen in het leven geroepen, die onder andere verder seksueel wangedrag moet voorkomen en melding van wangedrag aanmoedigt (Müller, 2007). Ondanks deze code is de bereidheid misstanden te melden onder militairen nog altijd laag. Dit komt mede door de slechte omgang met aangiften door Defensie en het gebrek aan een onafhankelijk meldpunt (Zeeuw, 2018).

In dit geval heeft dus één matroos aangifte gedaan, waarna nog drie slachtoffers naar voren stapten. Diekstra zegt dat de eerste melding heeft gewerkt als duwtje in de rug, waardoor de andere slachtoffers ook met hun klacht naar voren kwamen (Joolen & Wely, 2020). De bond van defensie (ACOM) vindt echter dat door de leiding van het schip niet goed is gereageerd (Loon, 2020). De desbetreffende officier is na een paar dagen uit eigen beweging van boord gegaan, maar had volgens de bond direct na de aangifte van boord gestuurd moeten worden. Door het niet van boord sturen van de officier zou de leiding volgens de bond het signaal afgeven dat het niet nuttig is om melding te maken van aanranding en daarmee de hoge drempel van aangifte te benadrukken.

 

LITERATUUR

Joolen, O. van & Wely, M. van (2020, 14 mei). Seksrel op marineschip Karel Doorman. De Telegraaf. Verkregen via https://www.telegraaf.nl/.

Loon, M. van (2020, 15 mei). Defensiebond: leiding handelde niet adequaat bij melding zedendelict op marineschip. NRC. Verkregen via https://www.nrc.nl/.

Müller, J. (2006, 24 maart). Mooie baan maar mondje dicht. NRC. Verkregen via https://www.nrc.nl/.

Müller, J. (2007, 12 april). ‘Angst weerhoudt getuigen op fregat’. NRC. Verkregen via https://www.nrc.nl/.

NOS (2020, 16 mei). Opnieuw aangifte tegen marineofficier Karel Doorman. Verkregen via https://nos.nl/

Zeeuw, H. de (2018, 15 oktober). ‘Aanpak misstanden binnen Defensie niet op orde’. NRC. Verkregen via https://www.nrc.nl/.