Criminaliteitscijfers structureel te laag ingeschat door de politiek

Wij criminologen in spe komen dit verschijnsel meerdere malen tegen in onze studietijd, maar het schijnt eindelijk doorgedrongen te zijn in de politieke wereld: criminaliteitscijfers worden te rooskleurig ingeschat. Deze conclusie kan getrokken worden uit het vertrouwelijke rapport van de politie en het OM dat afgelopen week naar buiten is gekomen (Koch, 2017).

Door Anne-Claire Romijn

Dat deze criminaliteitscijfers zo verschillen van de daadwerkelijke cijfers kan verklaard worden vanuit het dark number. Daarmee wordt dat deel van de criminaliteit bedoeld dat niet geregistreerd is in bijvoorbeeld (politie)statistieken. En dit is juist waar het fout is gegaan. De regering stelde de afgelopen tijd juist vast dat de criminaliteit zou zijn gedaald. Zij baseerde zich op de officiële cijfers van de politie, dus de geregistreerde criminaliteit. Daardoor zijn alle criminaliteit die niet in enige vorm bij de politie beland buiten beschouwing gelaten. Dit met destructieve gevolgen, want uit het rapport van de politie en het OM blijkt dat het dark number maar liefst 5 keer zo groot is als dat wat het geregistreerd doet vermoeden. In plaats van krap 1 miljoen misdrijven, die grotendeels via aangifte in de registratie terecht kwamen, zou het gaan om 4,5 miljoen (NOS, 2017: Koch, 2017). Een wezenlijk verschil.

Uit het rapport van de politie en het OM blijkt dat het dark number maar liefst 5 keer zo groot is als dat het geregistreerd doet vermoeden. In plaats van krap 1 miljoen misdrijven, die grotendeels via aangifte in de registratie terecht kwamen, zou het gaan om 4,5 miljoen.

Hoe kan dit grote verschil tussen geregistreerde en ongeregistreerde criminaliteit nu verklaard worden? Om hier antwoord op te geven maakte de politie gebruik van slachtofferenquêtes. Een van de bevindingen uit deze enquêtes is dat de aangiftebereidheid van slachtoffers van misdrijven een grote impact heeft op de ongeregistreerde criminaliteit. Een logische redenering, want datgene dat de politie niet te weten komt, kan niet opgespoord en vervolgd worden. Maar als er verder gekeken wordt naar de redenen voor de lage aangiftebereidheid van slachtoffers komt de politie toch weer in beeld. Door te weinig capaciteit moet de politie zich prioriteren, daarbij ligt de voorkeur op makkelijk oplosbare zaken waar er een duidelijke dader is. Als de capaciteit laag is, kan dus niet iedere zaak worden opgelost en zijn er dus ook zaken van slachtoffers waar niks mee gebeurt. De kans dat zij de volgende keer nog eens aangifte doen en het vertrouwen in de politie neemt af. Daar komt nog bij dat door deze capaciteitsproblemen er geen mankracht is om misdrijven op te lossen die niet gemeld worden. En dus neemt dark number gestaag toe. De oplossing ligt niet meteen voorhanden. De capaciteit van de opsporingsdiensten moet vergroot worden is de conclusie van dit rapport (Koch, 2017: NOS, 2017). Maar of deze oplossing voldoende is en of dit überhaupt mogelijk wordt gemaakt door de nieuwe regering, die gekozen wordt in maart 2017, zullen we de komende maanden te weten komen.

 

Bronnen

Koch, H. (2017, 13 januari) Nederlandse politie ziet de meeste misdaad niet. Trouw. Verkregen op 16 januari 2017 van www.nos.nl.
Vijf keer zoveel misdrijven als uit officiële cijfers blijkt (2017, 13 januari) NOS. Verkregen op 16 januari 2017 van www.nos.nl.