Door Veerle Bonestroo
Het is u vast niet ontgaan dat de film 50 Shades of Grey een grote bioscoophit is, een liefdesverhaal waar BDSM een grote rol in speelt. Deze week las ik toevallig hier en hier in het nieuws dat één op de zeven beoefenaars van BDSM naar aanleiding hiervan wel eens een dokter heeft bezocht. Dit is aan het licht gekomen door een onderzoeksrapport van het WODC met de fantastische titel ‘Aan handen en voeten gebonden’. Dit allemaal in opdracht van onze (net afgetreden) minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten. Het lijkt een beetje overdreven, een rapport van tweehonderd pagina’s over mensen die zich vrijwillig pijn laten doen en laten domineren. En sinds wanneer is het de taak van het ministerie van Veiligheid en Justitie om zich bezig te houden met het seksleven van Nederlanders? Is hier serieus iets aan de hand of probeerde Ivo Opstelten ook mee te liften op de 50 Shades of Grey hype?
Ik ga niet in op wat BDSM allemaal voorstelt en inhoudt, daarmee moet ik u toch naar de film verwijzen (ik heb hem nog niet gezien, is het wat?). Ik kan u wel inlichten over het verrichte onderzoek naar de BDSM-wereld en de resultaten. Zo blijkt dat 23 procent van de respondenten zich wel eens misbruikt heeft gevoeld, lichamelijk of geestelijk. In veel gevallen kan dit misbruik gezien worden als het overschrijven van een duidelijke grens. Toch is BDSM-beoefening in Nederland, bij instemming van beide partijen, niet strafbaar als er sprake is van eenvoudige mishandeling. Vervolging is wel mogelijk als er sprake is van zwaar lichamelijk letsel of gevaar daarvoor, wederzijdse instemming is dan geen rechtvaardigingsgrond. Als er aangifte wordt gedaan van mishandeling of verkrachting wordt er wel uit gegaan van onvrijwilligheid. Dit biedt weinig duidelijkheid, wanneer is er precies sprake van vrijwilligheid en wanneer mag precies aangifte gedaan worden?
Bepaalde groepen lopen meer risico op misbruik, namelijk vrouwen en personen die als minderjarige beginnen in de BDSM-wereld. Misbruik komt ook vaker voor bij personen met een psychische stoornis. Als er sprake is van misbruik bij minderjarigen en mensen met een psychische stoornis, moet dit zeer serieus genomen worden denk ik. Bij deze groepen is soms moeilijk af te vragen of zij goed grenzen aan kunnen geven en of er dan inderdaad sprake is van wederzijdse instemming.
Ondanks dat veel BDSM’ers zich wel eens misbruikt hebben gevoeld, is de bereidheid om melding of aangifte te doen erg laag. Om te beginnen is de BDSM-community zeer hecht, er is sprake van veel sociale cohesie. Als iemand binnen de gemeenschap toch een vervelende ervaring opdoet kan hem of haar onvoorzichtigheid verweten worden, dit fenomeen wordt ook wel ‘blaming the victim’ genoemd. Hierdoor kan iemand geremd worden om hulp te zoeken of aangifte te doen. De angst om beschouwd te worden als een verrader van de eigen gemeenschap kan ook mee spelen. Aan de andere kant is er een lage maatschappelijke acceptatie en is er veel onwetendheid over BDSM. Veel BDSM’ers durven daarom niet open te zijn over hun voorkeur, de behoefte om hun verhaal bij hulpverleners of politie te doen zal daarom niet groot zijn. Er zou dus zeker sprake kunnen zijn van verborgen slachtofferschap.
In Nederland zijn er zo’n 5000 tot 10000 serieuze beoefenaars van BDSM, de groep verborgen slachtoffers is dus misschien wel groter dan we denken. Toch zijn er de afgelopen vier jaar maar 27 sm-gerelateerde zaken bij de politie gevonden, waarvan vijftien aangiften. Het onderzoek leek mij eerst een beetje absurd, maar misschien is er toch sprake van een serieus probleem. Daarom denk ik dat het geen slecht idee is om dit onderwerp uit de taboesfeer te halen en er meer onderzoek naar te doen. En, ja, misschien kan de wetenschap wel meeliften op een filmhype.