Taal als bewijs

door: Annemiek Luimes

Taal is voor velen slechts een middel tot communicatie. Zo ook voor mij, totdat ik via mijn minor aan de VU in contact kwam met forensische linguïstiek. Tot voor kort was taal iets simpels en vanzelfsprekends, maar inmiddels weet ik hoe complex taal eigenlijk is. En hoeveel erbij komt kijken om taal te gebruiken als bewijs.

Allereerst een korte introductie. Wat is forensische taalkunde eigenlijk? Het wordt veelal omschreven als taalkunde in juridische context. Taalkundige kennis en methoden worden toegepast op juridische teksten en vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan het begrijpelijker maken van taal in de rechtsgang, maar ook aan het gebruik van taal als bewijs. Een voorbeeld van taal als bewijs kan gevonden worden in zaken over plagiaat. Zo werd Dan Brown’s Da Vinci Code onder de loep genomen nadat Lewis Perdue de auteur aanklaagde wegens vermeend plagiaat van zijn boek The Da Vinci Legacy. Brown zou ideeën hebben gebruikt uit zijn boek, waardoor er sprake zou zijn van het conceptueel plagiaat.

De Da Vinci Code plagiaat? Als groot Dan Brown fan kon ik me het niet voorstellen. Een analyse van de twee boeken bracht me echter aan het twijfelen. Er blijken inderdaad opvallend veel gelijkenissen te zijn tussen de werken, die zelfs verder gaan dan alleen de verhaallijn. Ook de karaktereigenschappen van de hoofdpersonages komen opmerkelijk vaak overeen. Ieder mens gebruikt zijn of haar taal en ideeën op unieke wijze. Kunnen zoveel overeenkomsten toeval zijn? Ondanks dat er bewijs in overvloed lijkt te zijn, wordt Brown vrijgesproken.

Door de technologische ontwikkelingen van de afgelopen decennia neemt taal een steeds belangrijkere plaats in in onze maatschappij. Taal wordt steeds vaker in geschreven vorm vastgelegd; denk bijvoorbeeld aan het versturen van sms-berichten, e-mail en Whatsapp. Deze ontwikkelingen dragen eraan bij dat taal als bewijs in de rechtsgang ook een prominentere plaats krijgt. In Engeland werd in 2008, door middel van de tekstanalyse van sms’jes, uitsluitsel gegeven in een moordzaak. Iets recenter werd een sms-conversatie gebruikt om een moord te reconstrueren en begin dit jaar werden e-mails en Whatsappberichten gebruikt in een ontslagzaak in Nederland. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken waarbij de analyse van taal leidt tot de ontknoping van een strafzaak.

Niet alleen binnen het strafrecht kunnen taalkundigen van belang zijn. Er zijn ook situaties waarbij forensische taalkundigen nuttig zijn als het gaat om spraak, bijvoorbeeld inzake vreemdelingen. Vreemdelingen of vluchtelingen beschikken vaak niet over de juiste papieren om aan te tonen waar zij vandaan komen, bijvoorbeeld omdat ze uit een oorlogsgebied komen en hun paspoort zijn verloren. Er zijn echter ook mensen die hun land ontvluchten om ergens anders een betere toekomst op te bouwen, de zogenoemde economische vluchtelingen. Zij claimen uit een onveilig gebied te komen in de hoop op deze manier een verblijfsvergunning te krijgen. Forensisch taalkundigen worden vaak ingezet om met behulp van taal uitsluitsel te geven over de afkomst van de vreemdeling. Er wordt dan gelet op regionale taalkenmerken, zoals verschil in uitspraak van woorden in bepaalde gebieden (bijvoorbeeld in grensstreken). Makkelijk is het echter niet, want taal wordt blootgesteld aan veel verschillende invloeden. Wanneer iemand in Syrië woont en in Turkije naar school gaat, kunnen er al veranderingen in taalgebruik optreden. Misschien merk je dat bij jezelf ook. Heb je bijvoorbeeld een tijdje in het buitenland gewoond of gestudeerd? Grote kans dat die periode invloed heeft gehad op de manier waarop je taal gebruikt.

Kortom: een zeer interessant vakgebied, dat zeker ook relevant is voor de criminologie. Wellicht iets dat in de toekomst ook in Rotterdam aangeboden kan worden. Tot die tijd is het voor criminologen in spe met affiniteit voor forensische opsporing zeker de moeite waard om ervoor naar 020 te reizen. Of lees intussen eens The Da Vinci Legacy…